Door drs. B.G.J. Elias
In augustus 1878 trok een groep Amersfoortse notabelen onder leiding van de rooms-katholieke geestelijke W.F.N. van Rootselaar naar de Leusderhei om grafvelden te onderzoeken. Gesterkt door de vondsten die ze daar deden, besloten zij met die activiteit door te gaan. Al spoedig werd besloten ook andere historische voorwerpen te gaan verzamelen. Deze werden vanaf 1880 tentoon gesteld in een bijgebouw van het stadhuis aan de Westsingel. Twee jaar later werd de archeologische onderzoekscommissie omgezet in de Oudheidkundige Vereniging Flehite (OVF), naar de oude benaming van het oostelijke deel van Utrecht vermeld in een oorkonde van Karel de Grote uit 777. Van Rootselaar bleef bij dit alles de stuwende kracht. Door ruimtegebrek werd in 1889 een muurhuis in de Breestraat aangekocht. Nog geen tien jaar later bleek de bouwkundige toestand van dat pand zodanig dat instortingsgevaar dreigde. Er volgde een restauratie en een forse uitbreiding. Het gebouw kreeg een fraaie neorenaissance gevel en een brug naar de ingang aan de Westsingel. Op 1 mei 1899 vond de opening plaats. De collectie groeide door allerlei schenkingen en legaten. Met name het bestuurslid A.M. Tromp van Holst was daarbij een ware mecenas.
De vereniging hield zich ook met andere zaken bezig. In 1885 werd een voor die tijd unieke landelijke actie opgezet om geld bijeen te krijgen voor de restauratie van de Koppelpoort. Met succes. Sindsdien heeft de OVF steeds op de bres gestaan voor het behoud van oude monumenten en het stedenschoon.
Na de oorlog zette de OVF zich in voor herinrichting en tentoonstellingen om het museum meer onder de aandacht van belangstellenden te brengen. Daarnaast werden voor de leden excursies en lezingen georganiseerd. Maar geld- en personeelsgebrek bleken keer op keer onoverkomelijke obstakels. Pas in de jaren zeventig openden zich nieuwe perspectieven. Een succesvolle actie van de Junior Kamer Eemland bracht het geld bijeen om de aankoop en restauratie van een naastgelegen pand veilig te stellen. Bovendien werd een nieuwe organisatiestructuur ontwikkeld die in 1975 zijn beslag kreeg. Het museum werd ondergebracht in een stichting die gesubsidieerd wordt door de gemeente. Daardoor kon nieuw personeel aangetrokken worden, terwijl de museumpanden gerestaureerd en heringericht konden worden. De OVF, die zich verder concentreerde op activiteiten voor haar leden, gaf de gebouwen en haar collectie in bruikleen. Een en ander resulteerde in een groei van het bezoekersaantal naar zo’n 40.000 per jaar.
Vanaf 1977 ging het tijdschrift Flehite verschijnen onder de vleugels van het museum en de OVF. Vanaf 2000 werd het blad vervangen door Flehite. Historisch Jaarboek van Amersfoort en omstreken. Daarnaast verscheen de Kroniek. Tijdschrift historisch Amersfoort.
Een ernstige tegenslag was dat in 2007 asbest aangetroffen werd in het museum. Onmiddellijke sluiting was het gevolg. In ruil voor de overdracht van de gebouwen droeg de gemeente Amersfoort zorg voor de asbestverwijdering, herstel en nieuwe inrichting.
Daarmee brak voor de vereniging ook een nieuw tijdperk aan. Lag de nadruk tot dusver wel erg op de betrokkenheid bij het museum, de vereniging werkt nu aan een eigen identiteit. Met andere erfgoedinstellingen wordt gewerkt aan het vormgeven van een historisch platform, waarin alle historisch geïnteresseerden kunnen samenwerken. Zo participeert de vereniging ondermeer in de organisatie van het Historisch Café, de Maand van de Geschiedenis en het Comité Open Monumentendag. Samenwerking met andere historische verenigingen in onze regio (Bunschoten, Hoogland, Leusden, Soest) wordt proactief gezocht. Ook worden personen en groepen gefaciliteerd om historisch onderzoek te doen. Naast de Kroniek vervult de Nieuwsbrief een informatierol voor de leden.
Overigens is de band met het museum niet geheel doorgesneden. Ca 50% van de collectie is eigendom van de vereniging. En de collectiecommissie denkt mee over het verzamelbeleid van het museum en doet in dat kader voorstellen om tot aankopen over te gaan. De Stichting Fonds Bos is dan vaak een hulpmiddel om in de kosten van nieuwe verwervingen te voorzien.
De Stichting Flehite Publicaties, voortgekomen uit een stichting die het 125-jarig bestaan van de vereniging organiseerde, zorgt jaarlijks voor de uitgave van het historisch jaarboek. Daarnaast zijn al verscheidene boeken uitgegeven over historische onderwerpen c.q. de collectie van het museum.
Drs. B.G.J. Elias was van 1976 tot 2000 directeur van het museum Flehite en hoofdredacteur van het tijdschrift Flehite. Hij schreef onder andere ‘Flehite 1878-2003. Geschiedenis van een Vereniging en een Museum’. Deze publicatie kunt u bestellen. Daarover vindt u hier meer informatie.